Echt gezonder of slimme marketing? De waarheid over groentewraps

Wij zijn gek op het eten van wraps. Je kunt ze op heel veel verschillende manieren eten. Op zijn Mexicaans of juist Oosters. En kinderen vinden het heerlijk om het zelf samen te stellen als je allerlei bakjes op tafel zet als vulling. Nu zie je tegenwoordig steeds meer groentewraps in de supermarkt liggen, net als groentechips. Dat lijkt gezond, want dan eet je gelijk meer groente terwijl je het niet ziet. Maar zijn ze nu echt zo gezond?

Wat is het verschil tussen gewone wraps en groentewraps?

In Mexico worden de tortilla’s gemaakt van tarwebloem of maïsmeel. Dit wordt gecombineerd met water, olie, zout en wat rijsmiddel. De wraps in de supermarkt hebben als toevoeging nog conserveringsmiddel om ze langer goed te houden. Anders zou je ze alleen in de koeling kunnen bewaren voor een korte periode. Eigenlijk is de voedingswaarde te vergelijken met een boterham. Een volkoren tortilla is dus de beste optie.

Groentewraps zijn er dus in allerlei kleuren: oranje, roze, groen, geel en rood. Dit hangt af van welke groente er wordt gebruikt: wortel, biet, spinazie, paprika of tomaat. Het zou dus fijn zijn als een groot deel van deze wrap meteen ook een groot deel zou bevatten van de benodigde groenten die je per dag nodig hebt. Maar dat is bepaald niet zo. Volgens de verpakking zit er maar 35% groente in een wrap. Dat zou dus 20 gram zijn: 2 kerstomaatjes of een kleine wortel.

Zijn groentewraps gezonder?

De groente in de wraps wordt eerst gewogen en dan verwerkt tot poeder of puree. Zo verliest het vocht en het grotere deel van het volume. Het uiteindelijke poeder, wat vrijwel niets meer is van wat het eerst was, wordt dan verwerkt in de wrap. Dus of het gewicht wat op de verpakking staat er nu echt in zit kun je zo niet checken. Uiteindelijk ga je het dus meer kiezen voor de leuke kleurtjes dan dat het qua groente ook maar iets toevoegt. Gezonder dan een normale wrap is het dus niet, maar wel flink duurder.